Weer lekker in Wa!!!
Door: Admiraal
Blijf op de hoogte en volg Maartje
02 April 2006 | Ghana, Wa
Ik begin nu gelijk met mijn observatie analyse die ik voor school heb geschreven... Ik hoop dat dit jullie een beeld geeft over hoe onze groep gehandicapte koters is en dat jullie er weer wat wijzer worden over de dingen die ik hier doe!
Even als reactie over het pinquin verhaal en of de zon mijn hersenen aantast??? Ik kwam met de bus terug uit Accra twee dagen geleden en er liepen Paarse kuikens op straat!!!! Ben je ook een week weg uit Wa... Verder liggen er opeens verkeersdrempels door heel de stad waar ik zelfs als ik op mijn fiets aan kom scheuren vanaf gelanceerd wordt!!!
Maar alvast dus De Paarse groeten van mij voor degene die eitjes gaan zoeken half April, en ik ben benieuwt welke kleur kipjes er uit die eitjes zullen komen! Roze zou wel schattig zijn!!!...
Algemene inleiding
Het zonnetje schijnt, de lucht is blauw. Ik stap op mijn fietsje en de mensen roepen: Wauw... Oftewel; Nasala how are you, we are fine thank you... Nasala betekend Blanke in het Waali en aangezien er niet zo veel blanken in Wa rondlopen, word je elke dag nagezongen met hetzelfde liedje. Dit is in vijf maanden nog niet veranderd of minder geworden, wanneer er een kind een blanke gespot heeft; komen de kinderen van alle kanten aangerend om ook even te kunnen roepen Nasala how are you we are fine thank you...
Na een half uur fietsen in de bloedhete zon van 50 graden, rij ik over de goot via een betonnen bruggetje het zandpad op richting het gebouw van onze gehandicapte kinderen. Het gebouw is rond. Er staat een klimrek (zonder schommels) en een draaimolen onder een grote boom. Rondom het klimrek en de draaimolen hangen de kinderen de hele dag rond.
Binnen een paar seconden is de hele bups in beweging want een van de kinderen heeft de Nasala's gespot. Ze komen enthousiast gillend, klappend aanrennen om je de laatste paar meter naar het huis/ de school te duwen. Ik stap van mijn fiets af. De groep heeft zich om mij heen verzameld en ik geef ze om de beurt een knuffel of een stevige hand. AM. staat voor mijn neus en begint in het Afrikaans een verhaal te vertellen. Na een aai over haar bol en na de vraag hoe het met haar gaat, is zij tevreden. AN. een verlegen jongetje, staat op een afstandje te kijken en durft zich niet zo goed tussen de rest te mengen. Daar loop ik dan zelf eventjes naar toe voor de stevige hand waar hij op zit te wachten. K. ligt op een matje op de grond bij te komen van een epileptische aanval en houdt haar hand op totdat je haar een handdruk geeft. G. een jongetje die autistische trekken heeft, pakt me aan mijn arm vast met zijn andere arm in de lucht en zegt bey bey naar de mensen die op de verharde weg voorbij komen op brommers en in auto's. Dit heb ik hem een paar maanden geleden geleerd en hij is daar nog steeds elke keer mee bezig. E. heeft elke dag weer een nieuw speeltje dat hij mij enthousiast laat zien, twee plastic stroken die hij aan de uiteinden vast pakt en doordat hij ermee van binnen naar buiten beweegt, klappen ze tegen elkaar aan en dat vindt hij een prachtig geluid. Of hij showt mij zijn coca cola dopje, het veertje van de pen van de leraar en ga zo maar door.
J. en O. twee kinderen met het syndroom van Down hebben altijd een flinke knuffel nodig waarna ze daarna hun hoofd vastpakken en head shoulders knees en toes beginnen te zingen/ neuriën, terwijl een aantal anderen de hokipoki al ingezet hebben.
Dit is de laatste drie maanden de gang van zaken. In het begin waren wij de Nasala's die langs kwamen. Ze waren enthousiast, maar je voelde enige afstand. Nu zijn wij hun Nasala's Testa (Tessa), News (Niels) en Matches (Maartje) die naar ze luisteren, aandacht geven, activiteiten met ze doen, boos kunnen worden maar ook het positieve beamen.
Op de hele school zijn geen speel materialen te vinden, net zoals er ook geen schoolboeken te vinden zijn. Hier hebben ze op de school voor de doven gewoonweg geen geld voor. Veel van dit soort spullen kunnen wij door het sponsor geld dat wij in Nederland hebben opgehaald nu aan gaan schaffen.
Stap 1: Het opdoen en verzamelen van eerste indrukken.
Wat is kenmerkend aan de doelgroep?
Iedereen is uniek en anders.
Als we ons teveel aanpassen, geven we geen uitdrukking aan onze individualiteit.
Ik ben mijn eigen unieke zelf.
Alle kinderen bij ons op school zijn anders, anders dan een ander kind, anders dan elkaar, zoals elk kind uniek is.
Het begrip “anders zijn” in Afrika kun je omschrijven als: jij bent niet 'normaal'. Alle kinderen hebben hun eigen mankementen; ze zijn 'anders' dan 'normale' kinderen, maar ze zijn allemaal uniek. Al deze kinderen worden in een school geplaatst. Op het schooltje zitten tot 1 uur 's middags ongeveer 60 kinderen die 'anders' zijn. Na 1 uur komen wij om onze stage dag te beginnen. Er zijn dan 14 kinderen over die op de school wonen. Zij wonen op de school omdat zij te ver weg wonen of de ouders niet voor ze kunnen zorgen. Zo hebben wij te maken met kinderen die anders zijn. Wat er nu eigenlijk anders aan is, verschilt per kind. Er zijn spastische kinderen en kinderen met epilepsie. Dat zijn de enige stoornissen die bekend zijn bij de leraren op school. Wat de rest van de kinderen mankeert weet eigenlijk niemand, alleen wordt er gezien dat ze anders zijn. Er is niemand die de kinderen kan diagnosticeren en er zijn ook geen dossiers over de kinderen te vinden. Als SPH-student ga je toch zelf kijken naar wat er mis zou kunnen zijn met de kinderen op basis van wat wij tot nu toe geleerd hebben en je eigen boerenverstand. Zo komen wij uit op autisme bij een van de kinderen. Veel van de kinderen zijn pientere kinderen, alleen hebben ze een ontzettend grote ontwikkelingsachterstand, zowel op motorisch als cognitief gebied. Zo is er een verlegen jongetje bij zitten die de hele dag door kwijlt, maar zich erg goed kan concentreren, die van geen 1 bal kunnen vangen naar tennisballen kunnen overgooien is gegaan. De ouders van dit jongetje hebben vanaf de geboorte gedacht dat hij niet 'normaal' was en daarbij ook nog doof. Als gevolg is er nooit tegen dit jongetje gepraat, hij is altijd in een hoekje geduwd en heeft nooit enige aandacht gehad. Na een tijdje op onze school gezeten te hebben begon dit jongetje geluiden te maken wanneer hij met de andere kinderen 'speelde', nu praat hij zelfs. Doof is dit jongetje nooit geweest maar wat is de problematiek dan? Is het te veel slijm produceren de enigste stoornis?
Wat een belangrijk kenmerk voor deze groep is dat ze op peuters lijken die zich gaan ontwikkelen. Voor het eerst een bal in de handen (motoriek). Er wordt Engels gepraat en om antwoord gevraagd wel nog steeds met handen en voeten (spraakontwikkeling). Ze beginnen nu te leren wat spelen is, jezelf vermaken zonder voor je uit te hoeven staren (cognitief).
Alle kinderen hebben hun eigen handicap en zijn hierdoor van jongs af aan al in een hoekje gestopt door hun ouders en familie waardoor ze een ontwikkelingsachterstand hebben opgelopen en dat is naar mijn idee het grootste en belangrijkste kenmerk van deze doelgroep.
Welke sfeer hangt er in de groep?
Dag en nacht zijn deze kinderen bij elkaar, zorgen ze voor elkaar, douchen ze elkaar, 'spelen' ze met elkaar, vechten ze met elkaar. Deze kinderen zijn broertjes en zusjes van elkaar geworden. Wanneer er een vakantie is van een aantal weken gaan deze kinderen naar huis. Soms komt het voor dat ze op eigen gelegenheid niet meer naar school terug kunnen komen. Er is dan geen geld om zeep, tandpasta, handdoek, suiker en gari (voor het middageten) te kopen, wat ze mee naar school moeten nemen na elke vakantie. Zo hebben wij O. na 3 weken gewacht te hebben opgehaald bij zijn ouders. We kwamen het dorpje in en zo snel hij ons in de gaten had en begreep dat wij hem weer mee naar school wilden nemen had hij binnen 1 minuut gedoucht en zijn tas gepakt 1 t-shirt in een plastic tas met gaten, alles wat hij had. Nadat wij een gesprek hebben gevoerd met zijn ouders over het feit dat er geen geld in dit gezin was om dit jongetje weer naar school te laten gaan. Hebben wij besloten om een deel van ons sponsor geld hier in te stoppen zodat hij op blote voeten totaal gelukkig met ons mee kon gaan om na twee uur de andere 15 kinderen te omhelzen. Zijn tas bij zijn bed te kunnen zetten en te laten zien dat hij blij was om weer 'thuis' te zijn. Omdat de kinderen op de school wonen maar 2 maanden per jaar thuis zijn verspreid over 4 keer in het jaar, is dit hun thuis situatie. Er zijn momenten van lol maar er zijn ook momenten van ruzie en verdriet. De kinderen doen waar ze zin in hebben. Er wordt van een afstandje op ze gelet, maar ze zijn vooral op zichzelf aangewezen, en dat op zeven jarige leeftijd. Het spastische meisje haalt met een doekje vast geplakte snot uit de neus van het jongetje met het syndroom van Down. AM. voorziet iedereen van een glaasje water wanneer iemand dorst heeft. G., A., D., B. en EE. zitten in een kliekje bij elkaar te babbelen. Over het algemeen kun je dus zeggen dat de groep zorgzaam is maar elkaar corrigeren doen ze ook door middel van slaan. Het slaan in de groep gebeurt veel, het is deel geworden van de Afrikaanse cultuur. Op die manier worden ze door ouders en leraren ook gecorrigeerd. Het is iets wat ze aangeleerd hebben en wat normaal is en wat wij er waarschijnlijk in een jaar niet helemaal uit zullen krijgen zoals het er nu uitziet. Wij bekrachtigen daarom de positieve kanten extra, en gaan competent te werk en laten blijken dat de ruzies op andere manieren dan slaan opgelost kunnen worden.
De sfeer in de groep kan ik omschrijven als gemoedelijk, al heeft het elke dag wel een agressieve kant. Hiermee bedoel ik het corrigeren van elkaar door middel van slaan, maar dit heeft grotendeels met de cultuur te maken. Om hierover te oordelen vind ik dan ook moeilijk.
Wat vinden de cliënten leuk, en hebben zij ervaring met creatieve media?
Alles wat wij met de kinderen doen vinden zij leuk. Alles is nieuw, dus uitdagend en leuk. Van kleine motoriek zoals tekenen of kleuren naar grove motoriek bal spellen of dansen. Deze kinderen zijn niet gewend om te spelen, om activiteiten te doen om bezig te zijn met materialen. Dit omdat er geen speelmaterialen en eigenlijk überhaupt geen materialen aanwezig zijn op school en omdat er geen begeleiders en leraren zijn die dit aansporen. Wat ik zie bij de kinderen in Wa zelf is dat zij spelen met de materialen die zij op hun weg tegen komen. Te denken aan blikjes, autobanden en stokjes. Onze kinderen leggen deze link nog niet.
Twee dagen in de week doen de kinderen na schooltijd de was. Dat houdt in dat ze allemaal gebogen staan om bakken water heen met sop erin, er wordt niet gepraat of gelachen. Daarna gaan ze douchen en eten, na het eten zijn ze moe en zitten ze met z'n allen op de grond te wachten tot ze naar bed moeten. De rest van de dagen zijn wij daar en doen allerlei verschillende activiteiten. Verschillend van bevo naar spel & sport, dans, muziek en drama.
Waar de hele groep ontzettend van geniet is liedjes zingen met uitbeeldingen erbij of met een kleine dans (dans, muziek en drama), te denken aan: hoki-poki, kabouterdans, vader Abraham, hoofd schouders knie en teen, in de maneschijn en madam madam madam. Deze liedjes hebben wij vertaald in het Engels. Ook vinden ze het leuk om een lied te zingen en daarbij je handen tegen elkaar aan te klappen, dit soms twee aan twee of met een hele groep. Het liedje Papagaaitje leef je nog, is hierbij de hit dit liedje wordt wel in het Nederlands gezongen.
Doordat er met deze kinderen nooit aan creativiteit is gedaan kan ik eigenlijk zeggen dat ze alle creatieve opdrachten leuk vinden. Ze vinden het spannend om iets nieuws te doen, maar houden ook ontzettend van het herhalen van dingen die ze ondertussen al geleerd hebben.
Verbeelding en fantasie wordt in Ghana vrij weinig gebruikt en er wordt al helemaal niet over gepraat. Wat de Ghanezen niet zien of begrijpen is er niet, of wordt aangestuurd door bovennatuurlijke krachten/ geesten.
Als wij het hebben over geesten is dat voor veel westerse mensen verbeelding. Maar Ghanezen geloven in geesten. Voor hen is dit geen verbeelding of fantasie. Toch denk ik dat elk kind fantasie heeft en die fantasie ook gebruikt. Ik zie dit in kleine dingen. AM. die voor zich uit zit te staren naar niets en opeens de grootste lol heeft. EM. die elke keer een nieuw speeltje heeft en er steeds weer anders mee speelt. Maar de kinderen gebruiken de fantasie niet zo veel als de kinderen in bijvoorbeeld Nederland wanneer zij aan het spelen zijn, zich verkleden als prinsessen en in een heksenkookpot staan te roeren die zogenaamd bobbelt en waar stoom vanaf komt.
Dat de leraar verhalen vertelt, een boek voorleest, de kinderen opgaan in een tekenfilm en zelf een ninja-turtle zijn, komt bij de gehandicapten in Wa niet voor. Net zo zeer als het samen fantaseren over een onderwerp of spontaan doen alsof. De kinderen kennen geen superhelden en alle ruimtes in het huis zijn hetzelfde, namelijk leeg. Met bevo laten wij de kinderen hun eigen slaapkamers schilderen (sponsor geld). Er worden tekeningen opgehangen die ze zelf gemaakt hebben. Een foto van elk kind wordt opgehangen nadat ze genoten hebben van de photo shoot, op dat moment waren ze allemaal even speciaal, werden ze even in het zonnetje gezet.
Wat valt mij op qua gedrag; zintuiglijke vaardigheden, motorische vaardigheden?
Horen, zien voelen, ruiken en proeven:
Horen, zien, voelen, ruiken en proeven zijn de zintuiglijke vaardigheden die elk mens heeft. Onze Ghaneese kinderen gebruiken het allemaal elke dag onder andere in hun communicatie.
Je zit weer niet te luisteren als je zit te horen… … dan zullen we het je laten voelen… En er wordt weer een kind met de knokkels op het hoofd geslagen. Vaak is de reden van het slaan niet bekend voor het kind zelf (je zit weer niet te luisteren als je zit te horen), maar een kind weet wel hoe het voelt. Als je boos op een kind af stapt, duikt het vaak al ineen omdat het denkt dat het een klap krijgt. Dat zien ze dus inderdaad al aankomen.
Hmmm ruik ik daar banku, fufu of tiset. En alle kinderen zitten aan tafel of rondom de tafel op de grond. Het is doodstil en de dochter van de huismoeder vertelt een gebed waar de kinderen op reageren. De geur van banku wat ze vandaag eten stijgt de neusjes al in. Zo gauw er amen is gezegd gaan de mondjes open de handjes in de bordjes en wordt er op zijn Afrikaans gegeten zonder mes en vork, maar met de handen zodat je voelt wat je eet.. Het is muisstil iedereen zit te genieten van het eten behalve UM. Zij vindt de banku eigenlijk maar smerige toelie…, terwijl de rest denkt, hoe slijmeriger hoe smakelijker, waar het Ghaneese eten om bekend staat.
Onderling luisteren de kinderen vaak goed naar elkaar. Als er iemand praat, wordt er geluisterd en daarna gereageerd dit is natuurlijk niet altijd het geval. De kinderen hebben hun eigen manier van communiceren ontwikkeld waar het horen, zien, voelen en ruiken in terug komen. Meestal wordt er recht in elkaars ogen gekeken als er iemand praat en de ander luistert, er wordt soms gereageerd met een klap, of de een draait de billen naar de ander toe en laat een flinke scheet. Waardoor in geval van een discussie het ijs gebroken is en ze alle twee weer lachen.
Potloden & vangen:
Hello, AM. Throw the big bal to KA, One two three… En de bal vliegt over haar hoofd naar achter, precies de verkeerde kant op.
Ok, we try it again… AM. Throw the big bal to KA. One two three… De bal vliegt in de richting van KA. die hem vervolgens niet vangt en waardoor DO. enthousiast achter de bal aan rent, de bal van de grond opraapt en hem met twee handen goed vast houdt en hem weer naar de groep brengt.
KrAaK, dat was de punt van het potlood, kRaAk ow, het krijtje breekt doormidden. Daar gaat weer een grote streep over het A4-tje heen.
Knip knip, nee, net niet in het A4-tje. Nog maar een keer proberen.
Nog nooit een bal gezien, laat staan er een in je handen gehad. Hoe gaat dat nu eigenlijk een bal vangen en gooien? Veertig lessen verder vallen nog maar 6 van de 10 ballen op de grond en vliegen er nog maar 5 van de 10 ballen de verkeerde kant op.
Een krijtje, verschillende kleuren, hoe houd je die eigenlijk vast, wat moet je ermee? Na drie lessen houdt iedereen zijn krijtje vast met drie vingers en krijgen zij de kleuren op het papier. Drie kinderen kijken naar het lege vel en dan weer naar het krijtje. Nog eens drie lessen verder beginnen er kleine gekleurde streepjes op het papier te ontstaan.
Een schaar, die kan bewegen, iets doorknippen? Hee, dat is leuk. Dan krijg je allemaal kleine stukjes, het ziet er uiteindelijk hetzelfde uit als scheuren.
Stap 2: De groep cliënten observeren
Cognitieve functioneren:
Zuivere beschrijving:
We hebben elkaars handen vast want we hebben net een cirkel gemaakt waar ik zelf ook tussen sta. Ik pak met mijn handen mijn hoofd vast en zeg dat dat mijn head is, dit doe ik ook met mijn schouders/ shoulders mijn knieën/ knees en tenen/ toes. Na dit tien keer te hebben herhaald, vraag ik aan elk kind wat de naam van het hoofd, schouder, knie of teen is. Twee kinderen kunnen dit mij vertellen de rest is stil of zegt het woord in het Afrikaans of zegt iets wat er niet op lijkt. Daarna herhaal ik zelf nogmaals tien keer de hoofd, schouders, knie en teen en vraag of ze mij na willen zeggen; waarna de klanken nagebootst worden. Hierna zingen wij meerdere malen het lied Hoofd, schouders, knie en teen. Deze oefening heb ik nu tachtig keer (tachtig dagen) met deze groep gedaan. Na zestig keer konden vijf kinderen met mij mee zingen. Na tachtig keer zijn alle kinderen erin geslaagd om het liedje mee te zingen of wanneer ik iemand aanwijs het juiste woord bij het juiste onderdeel te benoemen.
Interpretatie:
Deze kinderen hebben ontzettend veel moeite met het spreken en het leren spreken van de engelse taal. Doordat de activiteit wisselt van zingen naar iedereen afgaan in de kring, houden op twee na de kinderen hun aandacht erbij. Onderling spreken de kinderen de Afrikaanse taal of beelden ze uit wat ze bedoelen. Engels wordt er zelfs door de leraren weinig gesproken en is voor onze kinderen dus nieuw. En wat nieuw is is meestal ook moeilijk.
Motorisch functioneren:
Zuivere beschrijving:
Ik sta met een grote opblaasbal in mijn handen. De kinderen staan in een rij voor mij. Ik gooi de bal om de beurt naar elk kind en zij gooien de bal terug naar mij. Na een kleine vijf minuten staan de kinderen allemaal tegen elkaar aan, en zet ik ze allemaal weer een beetje uit elkaar, zodat ze de bal kunnen vangen. Ik ga tien keer het rijtje af. Zeven van de tien keer wordt de bal niet gevangen, maar valt hij op de grond. Wanneer de bal terug gegooid wordt, vliegt hij acht van de tien keer de verkeerde kant op.
Interpretatie:
De motoriek van de kinderen is onderontwikkeld. Een grote lichte bal vangen gaat met moeite tot helemaal niet en de bal terug gooien vinden ze ook moeilijk. Het liefste staan de kinderen allemaal door elkaar en op een hoopje. De kinderen zijn niet gewend om afstand tussen elkaar te bewaren, en met de hele groep te ‘spelen’. Doordat de kinderen op laagniveau zitten en nog nooit met een bal gespeeld hebben, hebben zij de tijd nodig om hun grove motoriek te kunnen ontwikkelen, hiervoor is training en herhaling noodzakelijk.
Sociaal functioneren:
Zuivere beschrijving:
Zo snel ik kom aanfietsen en van mijn fiets af stap, staan alle kinderen om mij heen en zoeken allemaal even contact met mij op hun eigen manier (hand, knuffel, how are you?). Ze uiten daarbij hun expressie, twee kinderen wachten stil af en de rest jodelt om mij heen. BR. houdt mijn hand vast en wordt weggeduwd door O. omdat hij ook een hand wil geven. BR. reageert dan met een tik op het hoofd van O. Als ik zeg dat het genoeg is geweest zijn de kinderen even stil, en trekken dan weer snel in groepjes naar elkaar toe AM. UM. K. B. en AN. gaan allemaal apart hun eigen kant op, of blijven om mij heen hangen.
Interpretatie:
Als de kinderen willen, kunnen ze luisteren, maar of het ook tot ze doordringt is de vraag. Wanneer ik zeg dat het genoeg is, zijn ze even stil en gaan ze allemaal hun eigen ding doen, met elkaar of zonder elkaar. De meesten trekken dan naar hun groepsgenoten toe, een enkeling gaat zijn eigen kant uit. Er zitten een paar echte ruziemakers tussen, die ruzie maken om voor mij kleine dingen zoals dat ze zelf mijn hand vast willen houden terwijl iemand anders dat al doet. Eigenlijk trekken alle kinderen naar ons (de leiding) toe. Ook degene die niet in de groep om mij heen staan, komen dichterbij als jij de groep verlaat, anders is het te druk om hun heen. Ze uitten zich allemaal door hardop te joelen, klappen en gillen. De kinderen kunnen ook aan de kant zitten en stil zijn. Vaak zijn ze dan moe, hebben net op hun kop gehad of het is te heet om je ergens mee te bemoeien.
Groepsnormen en waarden:
Zuivere beschrijving:
• EM. wijst naar zijn kruis. Ik zeg ja, je mag gaan plassen en ik wijs naar de wc. Hij loopt naar buiten en komt binnen een minuut terug.
• Alle jongens lopen naar de douche en gaan zich badderen. De meiden blijven uit de buurt totdat alle jongens klaar zijn en de meiden de douche in kunnen.
• Onder het bidden voordat de kinderen gaan eten is iedereen muisstil.
Interpretatie:
Natuurlijk zijn er binnen deze groep normen en waarden te vinden. Al vind ik zelf dat je goed en ver moet zoeken om ze te vinden. Er is een wc. waarvan je gebruik moet maken (norm) maar ondanks dat loopt bijna elk kind naar buiten om te plassen of te poepen. De waarden verschillen in dit geval dus van de normen. De andere twee zuivere beschrijvingen vind ik goede voorbeelden van waarden en normen deze komen duidelijk naar voren.
Spelgedrag:
“Spontaan spel is; het uitvoeren van een vrijwillig gekozen activiteit, waarbij het handelen (de activiteit zelf) op zichzelf centraal staat en niet eerst ten behoeve van een bepaald resultaat wordt uitgevoerd, maar vooral om tegemoet te komen aan eigen wil en behoefte. Dit handelen heeft het karakter van het herhalen van, het combineren met of het variëren op een standaardactiviteit vanuit een zekere mate van beheersing (=experimenteren). Spel gaat samen met een positief gevoel en een grote mate van spontane aandacht. Het centrale element van ‘in de speelwereld zijn’, is het besef dat er een andere dan de alledaagse werkelijkheid wordt gecreëerd. (‘Het woord aan de verbeelding’, Jan van Rosmalen, 2000)
Zoals ik eerder al heb laten door schemeren, kan ik zeggen dat de kinderen niet bekend zijn met het onderwerp spelen. De kinderen zitten allemaal op verschillende stadia in hun spelgedrag. Sommige kinderen spelen vooral veel samen (hangen samen rond). Andere kinderen zijn meestal alleen. Speels gedrag komt ook niet naar boven in het handelen van elke dag zoals kleren wassen, eten, douchen en naar bed gaan. Het is allemaal een must, er wordt geen gezellige draai aan gegeven. Het lijken net volwassen mensen die de was doen en zelfstandig zonder verhaaltje naar bed gaan.
Wanneer ik de verschillende vormen van spel van Jan van Rosmalen erbij pak, kan ik er een vorm uithalen wat ik zodanig als spel kan ontdekken bij de kinderen. Namelijk sensopathisch spel.
Zuivere beschrijving:
EM. hoort een knal en draait zich om. Hij ziet een soort bloem liggen die uit de boom gevallen is en loopt erheen. Het is een rode pluizige bol met een dikke, lange, zware steel eraan. Hij raapt de bloem op en wrijft de bloem met de pluizige kant over zijn gezicht en armen. Daarna pakt hij de steel met twee handen vast en laat de bloem draaien door zijn handen in tegenovergestelde richting van elkaar te wrijven. Ditzelfde doet hij met de pluizige kant en trekt daarna de pluizen van het stokje af waarna hij het lege stokje naar GA. gooit.
Interpretatie:
Zonder spelmaterialen halen de kinderen toch hun spel uit de materialen om ze heen. Je ziet dat ze genieten om iets zachts aan te raken zoals de pluizige bloem. Het is een simpele vorm van spel wat ik bij deze kinderen meer wil gaan ontwikkelen door ze daarin te gaan stimuleren.
Wanneer wij de kinderen aanzetten tot spelen en het stimuleren van spelgedrag zijn wij voornamelijk bezig met constructief spel en regelspel. Dit wordt door de kinderen met open armen ontvangen. Het punt hierbij is wel dat het doel voor de kinderen centraal staat en niet het middel zelf. Het gaat de kinderen hierbij niet om de activiteit zelf maar om hetgeen ze er aan over houden. Bijvoorbeeld de tekening op hun kamer of jouw compliment waar ze de hele dag op terug komen met daarbij een lach op hun gezicht.
Stap 3: Observatie van één individu.
Voor het observeren van één individu heb ik gekozen voor AM. De eerste vijf keer dat ik dit meisje zag wist ik niet goed wat ik met haar aan moest, wat ik van haar kon verwachten en vond ik haar donders vervelend. Dat gevoel was na de eerste vijf keer verdwenen en zag ik het bijzondere in deze meid, namelijk haar sterke karakter.
Dit meisje zit vol brandwonden waarvan ze niet weten hoe die op haar huid gekomen zijn. Er wordt gezegd dat ze epileptisch is. Ondanks dat heb ik haar nog nooit een aanval zien hebben en de leraren eigenlijk ook niet.
Onder fantasie versta ik verbeeldingskracht, je gedachten de vrije loop kunnen laten.
Zuivere beschrijving: AM. staart voor zich uit terwijl haar gezicht gericht is op de moestuin. Ze reageert niet op de rest van de kinderen om haar heen. Haar ogen staren naar een punt, haar gezicht is serieus. Opeens begint ze heel hard te lachen en heeft ze de grootste lol in haar eentje. Ze staat op springt in het rond en mengt zich later weer tussen de andere kinderen.
Interpretatie: Er gebeurt van alles in het hoofd van AM. Vaak is ze in haar eentje op pad en in gedachten verzonken. Het lijkt er echter op dat ze nooit alleen is en dat ze altijd weer geniet van hetgeen er in haar hoofd afspeelt.
Onder creativiteit versta ik van niets, iets kunnen maken. Vindingrijk zijn.
Ik kan hier helaas geen voorbeeld van geven bij AM. Ik heb nog niets gezien waarmee ik mijn begrip van creativiteit kan beschrijven.
Onder initiatief nemen versta ik de eerste stap zetten om iets te ondernemen.
Zuivere beschrijving: AM. komt naar me toe rennen, houd haar handen in de lucht en begint te zingen. IE, JA, DE, JA… Ik begin met het woord papagaaitje, haar handen beginnen te klappen en ze het lied uit volle borst met mij mee zingt.
Interpretatie: AM. is niet te verlegen om het te uiten als ze ergens zin in heeft. Zowel tegen mij als tegen de hele groep, die ze bezig krijgt met de hoki-poki. Ze kent de melodietjes en met haar enthousiasme zet ze elk lied wat ze wil in, waar de rest weer op reageert en mee doet.
Onder concentratie versta ik zich langere tijd op een ding kunnen focussen.
Zuivere beschrijving: De kinderen zijn verdeeld in groepjes, AM. zit met mij en nog een meisje in een groep. De andere groepen bestaan uit ongeveer zes kinderen. Ze mogen zelf kiezen welke kleurplaat ze in willen kleuren. AM. pakt vol enthousiasme de tweede tekening van de drie. Ze begint met kleuren, maar binnen twee minuten legt ze haar kleurtje neer en wil weglopen om water te halen.
Interpretatie: AM. vindt het moeilijk om langere tijd geconcentreerd met een ding bezig te zijn. Ongeveer om elke drie minuten heeft ze iets anders gevonden om te gaan doen, maar wil daarna wel weer met haar tekening verder gaan. De interesse is er wel, maar ondertussen gaat er teveel in haar hoofd om, om de tekening daadwerkelijk af te maken.
Onder uitdrukkingvaardigheid versta ik zich verbaal en non verbaal kunnen uiten.
Zuivere beschrijving: AM. komt naar mij toe en gaat voor mij staan. Ze kijkt mij dan met grote ogen aan en begint een verhaal te vertellen in vloeiend Afrikaans. Ze begint het verhaal met een serieus gezicht, wat over gaat in een boos gezicht en eindigt met een glimlach. Ondertussen gebruikt ze haar handen om duidelijk te maken waar ze het over heeft.
Interpretatie: Het gezicht van AM. spreekt boekdelen. Dit is het eerste Ghaneese meisje dat ik ontmoet heb waarvan het gezicht verklapt waar ze het over heeft. Ze doet haar hele verhaal in het Afrikaans, maar ik reageer daarop met Engels. Ondanks dat begrijp ik wat ze bedoelt door middel van haar non-verbale communicatie. (Het praten met handen en voeten)
Onder materiaalgerichtheid versta ik in welke mate materiaal reacties uitlokt bij een persoon.
Zuivere beschrijving: Ik zet mijn tas neer en AM. ziet de tennisbal al zitten. Ze begint te gillen, te springen, te klappen en rond te dansen. Ik pak de bal uit mijn tas en vraag of ze de bal kan vangen en daarna terug wil te gooien. Wanneer ze de bal vangt, houdt zij hem in de lucht, springt nog een keer en geeft een gilletje, ze beweegt van achter naar voor met de bal voor zich uit, totdat ik tot drie heb geteld. Dan gooit ze de bal terug, en springt nog een keer in de lucht met haar handen omhoog.
Interpretatie: Aangezien AM. voordat wij op de school stage kwamen lopen nog nooit met een bal of ander speelgoed had gespeeld, kan ze haar enthousiasme van iets nieuws/ aparts in haar handen krijgen niet bedwingen. Ze is vereerd en blij dat zij de bal in haar handen krijgt en er daarna mee mag overgooien en het dan weer terug krijgt om hem nogmaals weg te kunnen gooien.
Onder wijze van ordening versta ik een structuur hebben in het handelen en niet chaotisch zijn.
Zuivere beschrijving: AM. vangt de bal en gooit hem terug naar O. De bal vliegt haar kant weer op maar ondertussen komt de leraar op zijn motor voorbij rijden. AM. draait zich om en begint te roepen teacher teacher... Daarna draait ze zich om en loopt ze naar BE. toe, pakt van AN. de bal af en gooit hem zo hard ze kan weg en begint te lachen.
Interpretatie: AM. is een van de meest chaotische meiden die wij in onze groep hebben zitten. Ze doet alles door elkaar en is om de seconde afgeleid.
Onder de appèlwaarde van de activiteit voor de cliënt versta ik dat wat de activiteit bij de cliënt aan handelingen oproept.
Zuivere beschrijving: We staan met zijn allen in een kring. Wanneer we het hokipoki lied beginnen te zingen, begint AM. te dansen, te springen en kun je de glimlach van haar gezicht lezen.
Interpretatie: Alleen al het zingen van een lied maakt dit meisje enthousiast. Wanneer er bewegingen gemaakt moeten worden doet zij die ook, maar springt ondertussen ook nog in het rond. Een kleine activiteit alszingen haalt bij AM. een groot enthousiasme naar boven.
Onder samenspel versta ik het samen spelen met andere personen, dit kan een officieel spel zijn, maar ook samen buitenspelen.
Zuivere beschrijving: Er staan vijf kinderen in een rondje, en een persoon staat in het midden. AM. staat naast UM. De vijf kinderen in het rondje gooien de bal over naar elkaar, zodat de middelste de bal niet kan vangen (lummelen). Wanneer de bal naar AM. wordt gegooid, draait zij zich om en rent weg met de bal, schopt er een keer hard tegenaan en gaat hem vervolgens halen om hem weer een andere kant op te schoppen.
Interpretatie: Samen spelen voor AM. is redelijk moeilijk. Ze is meestal met haar eigen dingen bezig, waardoor ze niet door heeft waar de groep mee bezig is. Wanneer de hele groep hetzelfde doet met de bal is het meestal zo dat wanneer zij de bal krijgt andere dingen met de bal gaat doen.
Onder vaardigheden met betrekking tot de creatieve vakken versta ik in welke mate de persoon mee kan komen met de vaardigheden van de hele groep.
Zuivere beschrijving: Ik vergelijk de kleurplaten van alle kinderen met elkaar. Ze lijken allemaal op elkaar. Ik tel hoe vaak AM. de bal laat vallen. Dit is zeven van de tien keer het geval, en ook het gemiddelde van de hele groep.
Interpretatie: Wat betreft de creatieve vakken zit AM. op een gemiddeld niveau van de groep. Al is dit niveau bij elk creatief vak veel lager dan bijvoorbeeld een groep gehandicapten kinderen van dezelfde leeftijd in Nederland.
Onder resultaatgerichtheid versta ik dat de cliënt weet wat het resultaat is als hij/zij ergens aan begint wat het resultaat en dat hij/zij het resultaat ook belangrijk vindt.
Zuivere beschrijving: Iedereen in de klas zit rustig te werken aan zijn/haar tekening. AM. moet naar de wc, komt terug, gaat aan het bureau hangen, pakt een kleurtje, zet een streep op haar vel en loopt weer weg.
Interpretatie: Of er nu geen streep op haar tekening staat, één streep op haar tekening staat, of dat de tekening vol kleurtjes is, het maakt AM. niet veel uit. Al wordt er een A-4tje boven haar bed gehangen met maar een streep erop, ze vindt het allemaal prima. Het resultaat van haar tekening vind ze niet belangrijk.
Stap 4: Voorlopige conclusies trekken.
Er is nog nooit eerder aandacht besteed aan creatieve media met deze kinderen. De kinderen hebben dan ook niet geleerd wat spelen is. Het zou belangrijk zijn dat de kinderen de verschillende vormen van spel leren te ontdekken. Dit zou het samenspel, de concentratie en de ‘agressieve houding’ van de kinderen kunnen bevorderen
Uit het schema (bijlage 1) dat ik heb opgesteld is gebleken dat het gemiddelde niveau van de kinderen laag ligt wat betreft het functioneren in de groep, de fase van groepsontwikkeling, het referentiekader van de groep en de ordeningsbehoefte van de groep. We hebben het dan over het cognitief functioneren, motorisch functioneren, het sociaal functioneren en wat betreft het spelgedrag.
Om deze punten te kunnen verbeteren/veranderen ga ik de kinderen in kleine stapjes bekend maken met verschillende soorten spel. Dit zal ik in zijn geheel gaan behandelen in mijn handelingsplan.
• De groep bestaat uit 14 geestelijk/lichamelijk gehandicapte kinderen in de leeftijdscategorie 8 t/m 15 jaar.
• Veel kinderen hebben problemen met hun concentratie.
• De taalvaardigheid verschilt per kind, sommige zijn redelijk taalvaardig, anderen niet.
• De kinderen corrigeren elkaar door te slaan.
• De fijne en grove motoriek is slecht ontwikkeld door gebrek aan oefening.
• Bij spel staat het doel meer centraal dan het middel.
• Het spel heeft vaak een externe locus of control.
• Er wordt zelden tot nooit een spelwerkelijkheid gecreëerd
• Het spel is gericht op bevestigingen.
• Oefenspel, symbolisch spel en receptief spel komen niet voor.
• Spelgedrag komt voornamelijk voort uit extrinsieke motivatie.
Wat wil ik veranderen?
Ik wil mij bezig gaan houden met het spelgedrag van de kinderen. Hierbij dien ik rekening te houden met hun cognitief en motorisch functioneren en de verschillende niveaus. Maar dit is niet het hoofddoel.
Wat ik concreet wil gaan veranderen is:
• Dat de kinderen kennis maken met alle soorten van spel (Jan van Rosmalen).
• Dat extrinsieke motivatie intrinsieke motivatie wordt.
De kinderen kennis laten maken met de verschillende soorten spel kan ik als realistisch beschouwen. Dat ik het spelgedrag van de kinderen aanzienlijk kan veranderen zodat alle zeven vormen van spel voortaan centraal staan, is op haar beurt een stuk minder realistisch. Hier komt het cultuurverschil natuurlijk om de hoek kijken. In Ghana wordt er weinig tot niet gespeeld. Als je aan Ghanezen jongens en meiden van een jaar of 22 vraagt, wat voor spellen zij allemaal in hun jeugd deden. Dan komen ze niet verder dan een klapspelletje met de handen, steentjes over geven, autootjes maken en verstoppertje spelen. Spelen is dan ook niet iets wat bij de Ghaneese cultuur hoort. De kinderen helpen hier van jongs af aan de vaders en moeders mee. Ze lopen van het dorpje naar de stad met een grote bak op hun hoofd om spullen op de markt te verkopen, ze doen de was en ze koken. Ze hebben de taken van een volwassen man/ vrouw en dus geen tijd om te spelen met leeftijdsgenootjes uit de buurt.
Ondanks dat denk ik wel dat vooral onze gehandicapte kinderen er profijt van hebben om met spel in aanraking te komen, als ontspanning of alleen maar om tijd verdrijf.
Dat ze van extrinsieke motivatie naar intrinsieke motivatie gaan, vind ik ook erg belangrijk. Want wanneer wij weer in Nederland zijn worden de kinderen door niemand ondersteund of aangezet tot spelgedrag. Het is dus van groot belang dat de kinderen dit zelf leren te gaan doen. Ik vind het namelijk belangrijk dat het geen wat je neer zet in één jaar tijd ook nut heeft voor het verdere leven van de kinderen. De huismoeder kan hier wel een steun in gaan worden. Deze vrouw is niet gewend om met de kinderen te spelen of de kinderen zelf tot spelen aan te zetten dit gewoonweg omdat spelen geen deel uitmaakt van de Afrikaanse cultuur. Daarom ga ik de huismoeder hierin training geven. Dit gaat geen deel uit maken van mijn handelingsplan omdat het handelingsplan op de kinderen zelf gericht is, maar dit doe ik er wel bij omdat ik vind dat het van groot belang is.
Hulpvraag:
Help ons vanuit intrinsieke motivatie te gaan spelen door een veilige maar uitdagende spelomgeving te creëren en ons bekend te maken met verschillende soorten spel.
Losse hulpvraag:
Leer ons op een minder agressieve manier met elkaar om te gaan
Doelen:
• De kinderen maken binnen zeven weken kennis met alle vormen van spel van Jan van Rosmalen.
• Eind mei 2006 is de concentratie van tenminste 5 kinderen met drie minuten per activiteit verbeterd.
• Half juni 2006 nemen 8 van de 14 kinderen zelf initiatief om met spel bezig te gaan.
• Half juni 2006 is het corrigeren van elkaar door middel van slaan voor ¼ deel afgenomen.
• Half juni 2006 maken de kinderen gebruik van de toekomstige speelkamer die half mei klaar zal zijn.
Accenten betreffende relatie, situatie en klimaathantering.
Relatie:
Ondertussen is er een sterke band ontstaan tussen de kinderen en mijzelf. Ik ben niet meer een Nasala die voor de lol bij de kinderen rondhangt en die zo gek wit is, maar ik ben hun Nasala waar ze naartoe komen als ze problemen hebben, verdriet hebben, om te knuffelen of even gek mee te doen en zich in de activiteiten storten die ik verzonnen heb. De relatie die er is, is afwisselend van leider tot leerlingen tot verzorgster van de kinderen.
Situatie:
De situatie waar wij elke dag mee te maken hebben is het beste te beschrijven als afwachtend. De kinderen wachten tot de activiteiten beginnen. Wanneer wij geen activiteiten met ze doen, zitten zij te wachten op niets, alleen op een steen of met een groepje bij elkaar op bijvoorbeeld de draaimolen die ze niet laten draaien. De kinderen hangen rond corrigeren elkaar en een enkeling zit zand in een blikje te stoppen om het er daarna weer uit te gooien.
Klimaathantering:
Ghana is een ontzettend warm land, elke dag reikt de temperatuur zich tot ongeveer 45 graden. Alleen de klimaathantering van de Ghanezen zelf haalt de 45 graden niet. Als wij het hebben over het klimaat van de Ghanezen qua klimaathantering zitten wij op 20 graden. Het warme, rustige klimaat dat er is omdat wij er zijn kun je rond de 45 graden geven. Het is dus warmer dan wat de kinderen gewend zijn. De kinderen worden anders gestraft en krijgen positieve gedachten over zichzelf. Ik zie dat de kinderen hierdoor groeien in hun gedrag tegenover anderen, maar ook tegenover zichzelf.
Voorlopige ideeën voor activiteiten:
Nog steeds zijn de activiteiten die je kunt uitvoeren hier in Ghana net iets anders dan dat je normaal zou doen in Nederland. Wateractiviteiten zoals je kunt vinden in het Bress spellen boek, zijn hier bijvoorbeeld door gebrek aan water moeilijk uit te voeren, een boswandeling met het thema herfst gaat ook niet lukken. Simpele materialen zoals verschillende soorten ballen, hoelahoep en dikke of dunne matten zijn er verder ook niet te vinden. Er is geen sportzaal, geen bevo lokaal en zelfs geen cd-speler.
Toch heb ik heel wat ideeën van verschillende activiteiten die aansluiten bij de verschillende vormen van spel van Jan van Rosmalen. Al deze spellen komen voor in het handelingsplan. Een aantal voorbeelden hiervan zijn een poppenkastspel, voel de voorwerpen spel en wissel de materialen. Ik zal deze uitgebreid beschrijven in het handelingsplan.
Stap 5: Kritische reflectie op je verslag:
Opeens zit ik in Ghana loop ik stage op een school voor geestelijk/ lichamelijke gehandicapten. Ik ben in een totaal andere cultuur terecht gekomen, waar de gehandicapten anders behandeld worden als bij ons in Nederland. Ze worden hier weggestopt, als onkruid beschouwt en in het arme Afrikaanse leven kun je dan ook begrijpen dat er helemaal geen geld uitgegeven wordt aan de gehandicapten zorg. Terwijl in Nederland er werkplekken zijn voor gehandicapten, dagopvang geregeld is en ga zo maar door.
De cultuurverschillen zijn groot, sommige zijn voor mij moeilijk te bevatten. Al wordt ik hier wel de witte Afrikaan genoemd. Ik eet ondertussen met mijn handen, ik zie in dat je niet alles in een tel kunt veranderen zelfs heb ik geleerd om geduldig te wachten, terwijl ik ondertussen toch nuttig bezig ben. Ook loop je vaak met je hoofd tegen een muur op maar kun je door middel van creatief denken (van niets, iets maken) toch ontzettend veel bereiken ondanks alle tegenvallers.
Natuurlijk kijk ik nog steeds door de bril die ik in Nederland ook op had, al moet ik zeggen dat de normen en waarden die ik had door de cultuurverschillen wel aangepast zijn aan mijn leven in Ghana. Mijn observatie en waarnemingen zijn dan ook westers met een Afrikaanse gloed erdoor heen.
Ik beschrijf wat ik zie, hoe het op mij overkomt en met mijn eigen bril op. Wel denk ik dat ik doordat ik in Ghana zit en niet alleen met mijn westerse blik maar gemengd met de Afrikaanse gloed de zaak bekijk, ik kan zeggen dat mijn observatie redelijk betrouwbaar is.
Alle kinderen in de groep zijn voor mij gelijk, het zijn allemaal schatjes maar soms ook echte bengels. De een slaat eerder dan de ander, de ander slaat harder dan die ene. Ik heb meteen geleerd dat je een kind op dit gedrag niet kunt beoordelen, het kind minder waard kunt vinden dan een ander kind. Het slaan is een deel van de Afrikaanse cultuur geworden en zal door mij persoonlijk nooit geaccepteerd worden. Ik zelf straf de kinderen dan ook niet op die manier maar ik veroordeel de kinderen er onderling ook niet op.
Participerend observeren heb ik veel gebruikt bij mijn observatie. Je hebt dan veel in de gaten te houden omdat je ook daadwerkelijk in de groep staat. Maar daardoor vind ik dat je de sfeer goed mee krijgt je voelt wat er om je heen gebeurd. Wanneer de groep verdeeld was in kleine groepjes kon ik mijn observatie van 1 individu specifiek doen. Half-participerend observeren heb ik ook gedaan om het hele gebeuren vanaf een afstandje te kunnen bekijken. Er vallen je dan weer andere dingen op. Als je deze twee manieren van observeren met elkaar vergelijkt, ze naarst elkaar legt en ze dus alle twee gebruikt. Vind ik dat dit je totale observatie betrouwbaar maakt.
Het observatie schema dat ik gebruikt heb geeft een goed beeld van het gemiddelde van de groep wat betreft de verschillende punten. Het beaamt de punten die ik geobserveerd heb.
Ik heb het idee dat ik ontzettend veel geleerd heb en dat ik elke dag weer meer bijleer. Ik heb door deze observatie een ontzettend goed beeld gekregen van de groep waar ik mee werk. Doordat ik nu weet hoe mijn kinderen functioneren en hoe zij op bepaalde situaties reageren, kan ik de activiteiten nog beter op hen aanpassen waar zij profijt uit kunnen halen. Hierdoor kan ik nu ook een goed handelingsplan opstellen waar ik bij deze groep kinderen daadwerkelijk iets kan bereiken en er ook iets mee achter laat.
Het enige punt wat ik volgende keer anders zou kunnen doen is meer schema's gebruiken als ondersteuning van de observatie. Ik denk dat je beeld daardoor nog beter tot uiting komt en je observatie dus nog betrouwbaarder wordt.
Ik denk dat je in het beroep als SPH'er weinig kunt bereiken als je niet observeert of kunt observeren. Met observeren leg je de basis van het geen waar je aan wilt, kunt en gaat werken. Observeren is dus stap 1 in het hele proces.
Bedankt voor het lezen van mijn verslag, en reacties kun je natuurlijk altijd plaatsen op mijn site!!!
-
02 April 2006 - 18:32
Nicole:
WOW...eindelijk een keer als 1ste een reactie op je verhaal. Zo je verslag is echt super mooi om te lezen, zo verschillende kids. Het gaat allemaal de goede kant op zo te zien. Zet je goede werk maar voort. tot snel!!
x Nicole -
02 April 2006 - 19:27
Jannetje:
He Sis!
Zo; als je het doet, doe je het goed! Zet ze maar aan het lezen. Ziet er goed uit je verslag, ben trots op je, actieveling! Ow en goed nieuws voor je: Ik heb in Ghana (Nandom) fel roze fluorisende kuikens gezien, erg grappig. Dus hou je oogjes open, wie weet zie je ze nog voor pasen (zou mooi zijn als ze chocolade eieren leggen, die zijn hier in ieder geval al weer in overvloed).
Geniet nog even van de laatse weken met Petra!
Liefs Van je zus. xxx -
02 April 2006 - 19:30
Jannetje:
He, en leuke foto's van de watervallen! xjam -
02 April 2006 - 19:55
Chamila:
Supers maart. Je verslag is echt super indrukwekkend. En dat hij lang is vind echt supers. Jullie hebt echt al zoveel opgezet. Ik ben echt heel trots op jullie. Ga zo door meid. Dikke kus Chamila -
02 April 2006 - 20:34
Papa:
Hoi Maartje,
Uitgedraaid is je verslag 13 pagina's A4. Een geweldig verslag, indrukwekkend, het dwingt respect af voor je opzet en aanpak. Je komt geweldig goed uit de verf. Maartje staat waarvoor ze staat. 'Geduld' van wie zal je dat hebben? (je moeder). Jouw participerende observatie brengt je tot een begin situatie die als voorwaarde voor al je handelen kan gelden. Afrikaan zijn met de Afrikanen is een goede positie, maar je zelf zijn en blijven is een kwaliteit waar je trots op kan zijn. Fijn dat zoveel mensen, vrienden, familie en bekenden reageren. Ik zou zeker deze reacties meenemen in je eindverslag. Jij, jouw Ghanese kinderen, jouw project, aanpak en verwoording wordt gedragen door ons allemaal vanuit het thuisfrond. Je kunt voelen aan de toonzetting in je werkstuk dat het goed doordacht en doorleefd op papier is gekomen. Proficiat, hier zat ze wereld op te wachten. Je kunt de wereld niet veranderen, maar je kunt er wel bij stil staan en vanuit het samenspel/samenleven/samendelen het levensgeluk laten stromen. Je bent in mijn ogen geslaagd. Je bent er niet om onze waarden en normen op te leggen maar je bent bezig met respect voor eigen cultuur en achtergrond te zoeken naar het mooiste en liefste wat in de mens zit om dat naar boven te halen. Ga zo door. liefs van je vader en moeder. -
02 April 2006 - 21:52
Vera:
heeey maart
zo heb ik ook weer iets te doen op school haha (en thuis een reactie geven)
uitgebreid jou verslag lezen en gebeurtenissen.
ik ben hartstikke blij dat alles goed gaat.
en nog bedankt voor je smsje vond ik leuk.
en je kreeg de groetjes terug van iedereen en speciaal van ons mam.
maar in jou sms stond dat je in december terug kwam.
en jullie mam zij dat je in september terug kwam.
maar goed de hoor ik nog wel een keer
(en heb je een paar flauwe 1 april grappen uitgehaald met de mensen die die traditie kennen??? haha ikke niet ik ben de helemaal vergeten.)
maar goed ik wens jou zo als altijd weer een hele fijne tijd toe.
en ik zie je pas als ik 18 ben ahaha.
(dan hoop ik dat ik zelf naar je toe kan komen rijden hahaha)
maar voor nu heel veel plezier en ik wacht met smacht op je volgende verhalen.
xxxxxxxies vera en tot mail's, sms, bels of gewoon via de site hahaha X
(weet je wat ik trouwens leuk vind om te lezen en dat ik daar door ook merk dat je het heel erg naar je zin hebt daar.
door dat je vaak zecht mijn kinderen i.p.v de kinderen hier als je het hebt over de kinderen die je observeerd)
haha sorry de wou ik er ff bij zetten :) xxxies mij -
03 April 2006 - 01:19
Voor Veertje:
Ja 1 april grapjes zijn gemaakt met mensen die de traditie heel goed kennen!!!!!!
December is dus zo'n grap en Maartje is er dus met jou verjaardag gewoon bij, fijn he ... -
03 April 2006 - 07:29
Vera:
haha
daar ben ik zekers heel erg blij mee haha.
dus je komt gewoon half juli terug???
maar waarom zo laat nog een berichtje 19 over 3
had je niets te doen.
xxxies vera -
03 April 2006 - 07:32
Vera:
of heeft de te maken met het tijdsverschil????
(de is toch maar 1 uur???)
groetjes mij -
03 April 2006 - 07:36
Sanne:
Echt een goed stuk zeg! Maakt een hoop duidelijk over wat nu precies je doelen zijn daar, ook voor jezelf denk ik. Leuk om te lezen! Geniet er nog maar lekker van! xx -
03 April 2006 - 08:10
Jan Van Kessel:
Beste Maartje,
Bij toeval kwam ik met Betsie Vrijhoeven, donderda
30-3-06 bij je lieve ouders
in Heusden om wat spullen af te geven, welke mee naar
jou werden genomen. Ik was
al meteen onder de indruk
van de levensopvatting van
hun beiden. Het strookt met
die van ons gezin. Als ik dan nu jouw verslagen lees
kan ik maar tot een conclusie komen:
"Het nest waar je uit komt
is van grote waarde voor je
fantastisch werk gebleken"
Veel liefs en sukses:
Jan en Thea van Kessel
Drunen (NL) -
03 April 2006 - 10:27
Evelien:
He meissie!
Jeetje je hebt me de hele pauze bezig gehouden haha wat een verhaal. Maarre papagaaitje leef je nog is hier natuurlijk ook nog een hele grote hit ;) vond t super je verhaal te leven af en toe wel wat woorden die ik niet snapte maar dat zijn waarschijnlijk de termen die jullie op school gebruiken maar als ik dan lees wat erachter staat kan ik wel bedenken wat t ongeveer betekend. Kan me best voorstellen dat t moeilijk is om met kinderen te werken die zoals jij zegt nog niet eens een kleurtje vast hebben gehouden of een bal hebben gezien omdat dat hier zo vanzelf sprekend is maar vind dat je t geweldig doet als ik tenminste te verslagen mag geloven haha! Hele dikke kus en ga zo door!
xxx Evelien -
03 April 2006 - 12:26
Jann:
Wouuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuw... verder heb ik er eigenlijk ook geen andere woorden voor! Wouw tout court, Janneke -
03 April 2006 - 14:28
Kiki:
Ik had een beetje haast dus ik heb niet alles gelzezen, maar zover ik kon zien komt t allemaal helemaal goed
Kusjes -
03 April 2006 - 15:03
Linda:
Heej Maartje,
Hier dan een reactie! Ik kijk altijd even op je site als ik een mailje krijg maar vergeet er eigenlijk een reactie op te zetten! Dus bij deze dan.Ik heb dit hele verhaal nog niet gelezen maar de vorige wel. Je zit iniedergeval niet stil.
Veel suc6 en plezier nog de komende maanden.
xx Lin -
03 April 2006 - 15:13
Marloes:
he maart, zon lang verhaal dat ik geen tijd meer heb om nog veel te typen! want dan is mijn chauffeur ervandoor en kom ik vandaag niet meer in nijmegen aan. Maar: pico bello!
geniet er nog van daar
xx marloes -
05 April 2006 - 16:56
Jampie:
he lief zussie!
Weer erg leuke foto's. En ik vind die special effect eclips eigenlijk wel erg mooi zo! En natuurlijk die met de fantastische bril, staat je goed. En het gaat je goed!
Doeidoei, Kus van je zus! -
06 April 2006 - 09:27
Noor:
he maart!!alles goed met je?Aan je verhaal te zien wel.Nou hier is alles opzich wel goed alleen heb ik vorige week afscheid moeten nemen van wouter dat was wel erg moeilijk ben nu al bezig met aftellen.Ik heb trouwens kaarten bij sikkers gekocht die jij gemaakt hebt zien er echt heel leuk uit heb er maar meteen veel gekocht.En heb je al onze kaarten gehad die we hebben gestuurd.Nou nog veel succes daar en tot over een paar maandjes xxx noor -
09 April 2006 - 16:13
TantAnneke:
Hallo Maartje,
we zijn op bezoek bij jouw ouders, eigenlijk ter gelegenheid van jouw verjaardag op de 17e. Omdat wij op de 2e paasdag niet kunnen, zijn we nu maar vast gegaan.En nu moeten we even wachten tot de aardappels gaar zijn, want we moeten ook nog blijven eten. We hebben gezien dat hier alles nog in orde is Maartje. Het varken Guus natuurlijk, de hondjes, de geit, de pony,evenals Jannetje,en je pap en mam.Verder dat de schuur vol zit met spulletjes die je vader heeft gecharterd voor Ghana. En nog met een project bezig is op school om kaarten te maken en te gelde te maken.Nou Maartje, het eten is klaar en mijn briefje ook. Heel veel groetjes, ook van je peetoompje Harrie en een heel fijne verjaardag de 17e april.TantAnneke -
10 April 2006 - 05:05
Mama:
Lieve schat
Je verslag staat nu prachtig op je site, een heel groot werk en nu kun je genieten van een weekendje Mole. Ik kreeg een brok in mijn keel bij het lezen, zo goed als je weergeeft hoe je met de kinderen omgaat de echte betrokkenheid en het contact dat je met de kinderen hebt daar. Dat je ze ,zo een positief zelfbeeld , en zelfvertrouwen kunt laten ervaren, heel mooi.
Er wordt vaak niet bij stil gestaan hoe belangrijk muziek., drama ,sport en spel is voor de ontwikkeling van kinderen de sociale omgang met de anderen en zichzelf en het welzijn van groot en klein bevordert. Heel mooi beschreven hoe je dat voor elkaar krijgt om contact te maken bij deze gehandicapte kinderen in zo’n totaal andere cultuur als hier en bij kunt dragen aan hun geluk. Proficiat schatje. Echt heel goed en waardevol.
Liefs en een dikke kus , mama xxx xxx x xxx -
11 April 2006 - 14:24
Emir:
Nasala how are you, I am fine thank you!
Verloopt alles nog op rolletjes? Het duurt niet lang meer of je bent terug Nasala (je snapt wel dat dit je bijnaam blijft, net zo lang,totdat ik het een keer vergeet)! Ben blij te lezen dat het je goed gaat.
Tot gauw!!! Houdoe, war!!!
Emir -
14 April 2006 - 17:47
Papa:
Hoi Maartje, hier is het Paasverhaal wat ik vandaag op school in de aula heb voorgedragen voor zo'n 1200 leerlingen.
Het Paasverhaal:
Het Paasfeest is op handen. Het is bijna Pasen. Als voorbereiding op Pasen hebben we eerst Karnaval gevierd en toen 40 dagen vasten. Vasten, vasten nou ja, brood uit de mond sparen hebben we wel niet gedaan maar, maar toch. We denken er over na. Hoe zit het nou met de honger in de wereld, 2/3 van de mensen zijn arm en de meeste mensen in ontwikkelingslanden hebben honger. Kunnen wij er iets aan doen? Jij en ik wij samen? Misschien wel en daar is nou juist de ‘Vastenactie’ voor bedoeld. Het is ook mede onze verantwoordelijkheid op te komen voor de armen in de wereld. De Moslims onder ons weten dat maar al te goed. Wij hebben onze 10 geboden terwijl de Islamieten maar 5 regels kennen en één daarvan is de ‘zakat’ opkomen voor de armen. Delen en verdelen is hun motto. Zij hebben een soort armenbelasting tijdens de Ramadan. Maar wij Christenen, wij willen graag iets doen in de Vastentijd voor de meest armen van de wereld. De Moslims hier op school hebben ook bijzonder goed hun best gedaan voor het project in Ghana. Ook Burundi heeft onze aandacht dit jaar. Met Ghana hebben we in drie jaar tijd al een goede band opgebouwd: De straatkinderen, doven en gehandicapten in Wa rekenen op onze solidariteit. Even zijn we solidair, dat wil zeggen: we zijn even één met hen. We leven met hen mee. Maar in dat zelfde Afrika hebben de Hoetus en de Toetsies in Rwanda en Burundi elkaar een kopje kleiner gemaakt. Dat was ruim 10 jaar geleden. Een grote slachtpartij, rassenhaat was de oorzaak. Hun president was uit de lucht geschoten en toen brak de hel los. Miljoenen mensen maakte elkaar af, het was er levensgevaarlijk voor iedereen. Eén van onze leerlingen, Guy Ntwari uit onze assistentenklas, was daar weggevlucht. Nu de rust is weergekeerd, is hij terug geweest in Burundi om te zien hoe zijn land weer opgebouwd kan worden. Hij zal vandaag zijn verhaal doen. Pasen is op handen. Licht in de duisternis, er is weer hoop. Hoop voor iedereen. Hoop op beter leven, hoop op een toekomst. Dat geldt voor jou dat geldt voor mij, maar vooral voor al de mensen die in armoede leven. Zeker die mensen in Afrika (in Ghana en Burundi) waar onze aandacht speciaal naar uit gaat kunnen rekenen op onze inzet, op onze hulp, op onze solidariteit. Een lichtpuntje in de duisternis. Jezus Christus vandaag (op goede vrijdag) aan het kruis gestorven zoals mensen in Afrika sterven om weer op te staan. Jezus is met Pasen verrezen uit de dood. Er is toch leven na de dood. Is dat niet de Paasboodschap, het lichtpuntje in de duisternis, de paaskaars, symbool van eeuwig leven. Toen mijn vader dood ging vroeg ik aan al mijn nichtjes en neefjes die om hun opa heen stonden nog één keer een liedje te zingen. Spontaan begonnen ze te zingen: ‘Lang zal hij leven in de Gloria, in de Gloria’. Ik liet ze en dacht: Ze hebben gelijk. Lang zal opa leven in de Gloria, eeuwig leven. De Paasboodschap is begrepen. Ik wens jullie allemaal een zalig Paasfeest.
De opbrengst van de ansichtkaarten is: 8.756,-euro.Dit bedrag wordt nog verdrievoudigd door de Wilde Ganzen en dan komt er bijna 30.000 naar Ghana; voor de gehandicapten/doven in Wa en voor het landbouwproject/watertoren in Sombo.
Martien Admiraal. -
19 Oktober 2007 - 20:42
Kiki:
Hai hai Maart kunt wel zien dat je bent afgestudeerd met een hbo diploma! Top analyse en dat zonder boek? Mis je wel hoor maart.
kus
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley